De hoofdluis is een parasiet: het beestje leeft van mensenbloed. Hij zoekt graag behaarde en warme plekjes op zoals achter de oren, in de nek of onder een pony. Een hoofdluis is ongeveer 3 millimeter groot en grijsblauw of, nadat hij bloed opgezogen heeft, roodbruin van kleur.

Mensen en diersoorten hebben ieder hun eigen luizensoort. Hondenluizen kunnen bijvoorbeeld niet op mensen overleven en andersom. De eitjes van de hoofdluis “de neten”  zijn grijswit en lijken op roos. Het verschil is dat roos los zit, terwijl neten juist aan de haren vast kleven. Hoofdluis is voornamelijk overdraagbaar via haar-haar-contact.

Hoofdluis verspreidt zich in een hoog tempo: een jonge luis is na 7-10 dagen volwassen en klaar om zelf weer eitjes te leggen. Hij leeft dan ongeveer één maand en legt in die tijd zo’n 250 eitjes! Snel ingrijpen is bij hoofdluis dus erg belangrijk. Het RIVM adviseert om wekelijks het haar te controleren op de aanwezigheid van hoofdluis: zo wordt de hoofdluis ontdekt voordat er veel verspreiding heeft kunnen plaatsvinden naar anderen.

De behandeling bestaat uit twee weken lang elke dag kammen, eventueel in combinatie met een anti-hoofdluismiddel.

Er zijn 2 soorten kammen in de winkels verkrijgbaar nl: een netenkam (met metalen tanden) en een plastic luizenkam. Let op: met de luizenkam, kan je GEEN neten verwijderen! Om neten makkelijker te verwijderen wordt aangeraden om het haar nat te maken, eventueel met crèmespoeling. Hierdoor laten de neten makkelijker los.

Om hoofdluis te behandelen zijn in Nederland sinds enige tijd nieuwe anti-hoofdluismiddelen beschikbaar, met als werkzaam bestanddeel dimeticon (silicoonachtige stof). Dimeticon zorgt ervoor dat de hoofdluizen door een tekort aan zuurstof sterven en dus geen eitjes meer kunnen leggen. KAMMEN BLIJFT NOODZAKELIJK!

Vanaf de eerste kambeurt is het besmettingsgevaar grotendeels geweken. De reden dat men toch 2 weken moet doorgaan, is dat de neten niet allemaal tegelijk uitkomen maar geleidelijk. Als je de eerste dag alle luizen hebt verwijderd, kunnen dus tot twee weken daarna nog nieuwe luizen uit de neetjes komen die je niet hebt verwijderd.

Uit onderzoek is gebleken dat er onvoldoende bewijs is voor overdracht van hoofdluis via voorwerpen zoals beddengoed, jassen, petten etc. Daarom richt het RIVM zich bij hoofdluis vooral op de behandeling (het kammen, al dan niet in combinatie met een anti-hoofdluismiddel) van de haren en niet op de omgeving. Hoofdluis is voornamelijk overdraagbaar via haar-haar-contact en niet via indirect contact.

Het wassen van beddengoed en knuffels is niet meer noodzakelijk; uit onderzoek blijkt duidelijk dat er onvoldoende bewijs is dat dergelijke maatregelen effectief zijn.

HOOFDLUIS BESTRIJD JE VOORAL DOOR GOED TE KAMMEN!!!

Indien bij één van de gezinsleden hoofdluis is waargenomen, is het aan te raden om ook huisgenoten te controleren. En het is verstandig om het te melden op school, bij clubjes en vriendjes. Tenslotte kan iedereen het krijgen!

Voor meer informatie:

www.rivm.nl

www.ggdzeeland.nl